the legal Q – #6

De werkgever heeft met twee werknemers een arbeidsovereenkomst gesloten van een jaar, met een ontbindende voorwaarde die inhoudt dat de werknemers binnen een bepaalde termijn een door de werkgever aangeboden Nederlandse taaltoets moeten halen.

De werknemers halen de toets niet en stellen zich op het standpunt dat de ontbindende voorwaarde in strijd is met afspraken met de vakbond en met het wettelijke stelsel.

Denk jij dat de werknemers gelijk hebben?

antwoord  – #6

Het antwoord op deze vraag is: ‘NEE’.

Het gerechtshof in Amsterdam oordeelde dat het opnemen van de betreffende ontbindende voorwaarde niet in strijd is met de afspraken met de vakbond en dat deze geen doorkruising van het wettelijke stelsel vormt.

korte toelichting en link – #6

Het gerechtshof Amsterdam deed uitspraak in een zaak waarbij twee werknemers stelden dat een bepaalde ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst in strijd zou zijn met de afspraken met de vakbond en met het wettelijke stelsel.

De werknemers waren in dienst getreden als medewerkers in een distributiecentrum. De arbeidsovereenkomst had een duur van een jaar. In de arbeidsovereenkomst is een ontbindende voorwaarde opgenomen ten aanzien van het voor een bepaalde datum in dat jaar met succes afronden van een taaltoets Nederlands. Werknemers volgen de lessen, maar halen de toets en de herkansing niet. Werkgever heeft zich beroepen op de ontbindende voorwaarde en acht de arbeidsovereenkomsten als geëindigd.

Ten aanzien van de afspraken tussen de werkgever en de vakbond, stelde het hof dat de afspraken met de vakbond onder andere inhielden dat werknemers op basisniveau de Nederlandse taal voldoende beheersen en dat werknemers die niet aan deze eis voldoen Nederlandse taalles aangeboden krijgen. De stelling dat in strijd is gehandeld met de afspraken met de vakbond is volgens het hof dan ook ongegrond.

Wat betreft de stelling dat de ontbindende voorwaarde in strijd zou zijn met het wettelijk stelsel kan worden gesteld dat werknemers niet voldoende hebben aangevoerd waarom deze ontbindende voorwaarde is strijd is met het wettelijke stelsel c.q. met het gesloten stelsel van het ontslagrecht. Het hof zegt over het opnemen van een ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst het volgende:

Het hof begrijpt dat [appellanten] bij grief 2 aanvoeren dat de ontbindende voorwaarde in strijd is met het gesloten stelsel van het ontslagrecht. Deze stelling gaat in zijn algemeenheid echter niet op nu het sluiten van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met daarin opgenomen een ontbindende voorwaarde geen doorkruising vormt van het wettelijk stelsel. Daaraan doet niet af dat de voor de arbeidsovereenkomst kenmerkende bescherming van de werknemer, die onder meer tot uiting komt in het wettelijk stelsel van het ontslagrecht, meebrengt dat de geldigheid van de ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst slechts bij uitzondering kan worden aanvaard. Een voorwaarde die redelijkerwijs niet met dat wettelijk stelsel is te verenigen, zal niet tot beëindiging van rechtswege van de arbeidsovereenkomst kunnen leiden. Daarbij dient van geval tot geval te worden bezien of een voorwaarde als vorenbedoeld is te verenigen met het wettelijk stelsel. Daarbij komt het mede aan op de aard, de inhoud en de context van die voorwaarde. [appellanten] hebben echter niet in het bijzonder aangevoerd waarom de betreffende ontbindende voorwaarde in dit geval in strijd zou zijn met het gesloten stelsel van het ontslagrecht. Het hof ziet ook niet in dat dit het geval zou zijn waar het hier gaat om een redelijke voorwaarde in de vorm van een deugdelijke beheersing van de Nederlandse taal.’

Ook stelt het hof dat de werknemers niet voldoende hebben aangevoerd dat het instituut dat de taaltoetsen afneemt niet onafhankelijk zou zijn.

Het gerechtshof stelt de werknemers niet in het gelijk en het bestreden vonnis wordt door het hof bekrachtigd.

Lees de gehele uitspraak hier terug op de website van rechtspraak.nl.